Regeringsvorming: eerste update Vlaamse schenk- en erfbelasting
De Vlaamse regering is gevormd, de eerste posities zijn ingenomen en de eerste krijtlijnen voor het beleid zijn uitgetekend. Het Vlaams Regeerakkoord biedt een eerste blik op de toekomstplannen voor Vlaanderen. Welke vorm de voorgenomen hervormingen in de schenk- en erfbelasting zullen aannemen, blijft in sommige gevallen echter nog koffiedik kijken. Wij nemen graag een voorschot op de zaken en staan stil bij de eerste ontwikkelingen, voorspellingen en aankondigingen.
Het Vlaams Regeerakkoord en erf- en schenkbelasting
In het regeerakkoord is men niet al te kwistig omgegaan met tekst omtrent de doestellingen en voornemens in de erf- en schenkbelasting. Duidelijk stelt men wel dat erfbelasting zal worden hervormd, zowel voor kinderen als de langstlevende partner/echtgeno(o)t(e), als voor broers en zussen en zelfs andere personen. De focus van de hervorming zal bij de kleine en middelgrote vermogens liggen, alsook bij het sluiten van zogeheten “onrechtmatige” achterpoortjes.
In de tekst vond men het ten slotte een meerwaarde te vermelden dat de schenkbelasting nooit hoger zal zijn dan de erfbelasting.
Verwachtingen, voorspellingen en eerste aankondigingen
De sterkste schouders dragen de grootste lasten
Duidelijk stelt men wel dat erfbelasting stelselmatig zal worden verlaagd voor de kleine en middelgrote vermogens. Concrete percentages en tariefschijven zijn evenwel nog niet bekend, al zouden deze wel pas vanaf 2026 in voege treden.
Grotere erfenissen blijven, net zoals nu het geval is, onder een hoger tarief vallen.
In deze hervorming zal ook extra aandacht worden geschonken voor de situatie dat de erflater niemand nalaat of kan begiftigen in rechte lijn.
Verlenging van de verdachte periode
Wat inmiddels met quasizekerheid kan worden gesteld is dat de verdachte periode voor onrechtstreekse schenkingen (o.a. hand- en bankgiften) zal worden verlengd van 3 naar 5 jaar. Dat betekent dat voor wie een niet-geregistreerde schenking ontvangt en de schenker overlijdt binnen de 5 jaar na de schenking, deze schenking zal worden beschouwd als een legaat en onderworpen zal zijn aan (hogere) erfbelasting.
Met deze maatregel tracht men de schenker aan te moedigen om af te stappen van de onrechtstreekse schenking en te kiezen voor een geregistreerde schenking, wat dus onvermijdelijk zal leiden tot schenkbelasting en dus een verhoogde inning.
Voor een geregistreerde schenking van roerende goederen betaal je op vandaag 3% schenkbelasting op schenkingen aan partner en/of personen in rechte lijn en 7% bij schenkingen aan alle andere personen.
De mosterd voor deze hervorming werd naar alle waarschijnlijkheid gehaald bij onze zuiderburen, waar dit sinds al in 2022 werd geïmplementeerd voor onrechtstreekse schenkingen.
Er is nog geen duidelijkheid op welke onrechtstreekse schenking deze nieuwe verdachte periode van toepassing zal zijn, al gaat er een vermoeden dat, net als bij de implementatie bij onze zuiderburen, reeds gedane bankgiften nog onder de 3-jarige periode zullen ressorteren. De verlengde periode van 5 jaar zal in dat geval dus enkel gelden voor giften die na de inwerkingtreding plaatsvinden.
Schenken van onroerend goed in schijven
Naast de verlenging van de verdachte periode voor roerende goederen, gaan er ook stemmen op dat ook de techniek van het gespreid schenken van onroerende goederen, vaak aangeduid als "salami-schenken", zal worden hervormd.
Bij deze techniek worden onroerende goederen in opeenvolgende schijven geschonken, waarbij telkens de laagste schenkbelastingtarieven (3%) worden toegepast, mits er een periode van minstens drie jaar tussen elke schenking ligt. Volgens bepaalde bronnen en berichten zou deze periode, net als de verdachte periode, mogelijk worden verlengd naar vijf jaar.
Het is echter belangrijk op te merken dat ook hierover nog veel onzekerheid bestaat.
“Onrechtmatige achterpoortjes”
Een volgend punt waar de Vlaamse regering aangeeft werk van te willen maken is het sluiten van de zogenaamde “onrechtmatige achterpoortjes”. Wat er specifiek bedoeld wordt met deze achterpoortjes, is nog niet duidelijk, maar gelet op de mediahetze van de afgelopen weken lijken het gunstregime voor familiale vennootschappen en de Belgische private stichtingen(deels) in het vizier te komen.
Het blijft immers een kwalijk gegeven dat men steevast blijft vasthouden aan de termen “onrechtmatig” en “achterpoortje”. Zowel het gunstregime voor familiale vennootschappen als de private stichting vinden hun grondslag in de wet, zijn met een zekere ratio legis in het leven het rechtsleven geroepen en zijn onderworpen aan bepaalde en strenge voorwaarden. Het hiervan aanwenden in de vermogens- en successieplanning werd voorzien bij wet, is legitiem en dus is het gewoonweg foutief om dit onrechtmatig, dan wel als achterpoortje te bestempelen.
Indien men de mening is toegedaan dat deze “achterpoortjes” “onrechtmatig” zijn, schort het aan de wet en niet aan de belastingplichtige die het recht heeft om op legitieme wijze voor de minst belaste weg te opteren.
Gunstregime voor familiale vennootschappen
Het gunstregime houdt in dat de schenking of vererving van aandelen van een familiale vennootschap kan genieten van een fiscaal gunstregime in het Vlaamse Gewest. Voldoet u aan enkele voorwaarden, dan kan u deze aandelen schenken met vrijstelling van schenkbelasting of kan u de aandelen laten vererven aan een verlaagd vlak tarief van 3% of 7% in de erfbelasting.
Voor een nauwgezettere analyse van het gunstregime en de recente ontwikkelingen, verwijzen we graag het artikel in de volgende link: Het gunstregime voor familiale vennootschappen en ondernemingen: het nieuwe kind van de rekening? (moorelaw.be)
Wat de wijziging betreft bestaat nog geen duidelijkheid. Het algemeen vermoeden is dat het regime niet definitief zal worden gesloten, maar dat het regime wel zal worden bijgevijld. Één van de voorstellen zou zijn om niet-beroepsmatig aangewend vastgoed in de vennootschap van het gunstregime uit te sluiten.
Voorlopig blijft het afwachten welke hervormingen het gunstregime precies zullen treffen. Voor een ondernemend Vlaanderen is het echter te hopen dat het maatschappelijke en economische belang van deze maatregelen niet uit het oog wordt verloren.
Belgische private stichting
Net als het gunstregime voor familiale vennootschappen worden de private stichtingen niet genoemd in het regeerakkoord, doch wordt vermoed dat ook hiernaar gedoeld wordt gelet op de kritiek en commotie in het afgelopen jaar.
De private stichting wordt vaak ingericht als een vehikel in vermogensplanning, met bijvoorbeeld als doel het beheer en behoud van familievermogen over generaties heen of het voorzien in de levensbehoeften van een gehandicapt kind.
Door haar structuur als afgescheiden doelvermogen, blijft het vermogen van de stichting los van het privévermogen van de oprichter, wat bescherming biedt tegen bijvoorbeeld schuldeisers of familieruzies en biedt deze structuur een zekere garantie dat het vermogen meerdere generaties “overleeft”.
Fiscaal gezien biedt de overdracht naar een private stichting voordelen, aangezien er een vast tarief van 8,5% in de erfbelasting van toepassing is. Hiertegenover staat echter dat jaarlijks een patrimoniumtaks verschuldigd is over het brutovermogen van de stichting (i.e. exclusief schulden), een belasting die per 1 januari 2024 aanzienlijk is gestegen. Het tarief van de taks werd hierbij ei zo na verdrievoudigd (van 0,17% naar 0,45%).
In de praktijk wordt de private stichting vaak opgezet met een dubbel doel: het welzijn van de begunstigden waarborgen en het steunen van goede doelen.
De private stichting wordt bekritiseerd omdat deze structuur louter zou worden gebruikt om vermogen indirect door te geven aan erfgenamen (al dan niet via periodieke uitkeringen).
Om dergelijk gebruik tegen te gaan, bestaat de mogelijkheid dat wetgever voornemens is de definitie van "belangeloze doelen" strenger te hanteren. Zo blijft de private stichting een instrument binnen vermogensplanning, maar de toenemende regelgeving en strengere interpretatie van haar maatschappelijke doelen kunnen deze rol in de toekomst beperken.
Conclusie
Het blijft vooralsnog onduidelijk hoe ingrijpend de hervormingen in de schenk- en erfbelasting zullen zijn en hoever deze zullen reiken. Niettemin zijn op basis van de summiere tekst in het Regeerakkoord reeds enkele nuances zichtbaar, en kunnen bepaalde maatregelen worden verwacht. Dat hervormingen op til zijn, staat vast.
Er moet echter worden gepleit en gehoopt dat deze wijzigingen met de nodige zorgvuldigheid worden uitgevoerd, waarbij wordt gestreefd naar een helder en eenduidig juridisch kader. Enkel op die manier kan een consistente en uniforme toepassing van de wet worden gevrijwaard, en wordt de rechtszekerheid voor de belastingplichtige gewaarborgd.
Heeft u vragen over erf- en schenkbelasting? Onze experts helpen u graag verder.
