Overslaan en naar de inhoud gaan
Vonnis nalatenschapsaangifte
#Nalatenschap #Tax & Legal #Erfbelasting

Het ontbreken van schriftelijke overeenkomsten kan erfgenamen duur komen te staan

22/05/2025 | Leestijd: 5 minuten

In een recent vonnis heeft de rechtbank van eerste aanleg in Gent een opmerkelijke uitspraak gedaan over een nalatenschapsaangifte waarbij aanzienlijke schulden werden opgevoerd door de erfgenamen (REA Gent 13 januari 2025, 22/2992/A). Een groot deel van deze schulden, waaronder een schuld ontstaan uit de herroeping van een beweerdelijke schenking tussen de echtgenoten, werd door de Vlaamse Belastingdienst verworpen bij gebreke aan schriftelijke (bewijs)overeenkomsten. De rechtbank oordeelde dat VLABEL terecht de schulden mocht verwerpen, waardoor deze schulden niet afgetrokken mochten worden van het nalatenschapsactief – met bijkomende erfbelasting tot gevolg.

In het kort, waarover ging het?

  • Een man verleed op 1 april 2021 en liet zijn echtgenote en twee kinderen na.
  • In de aangifte van nalatenschap werd voor circa 19,5 miljoen euro aan schulden opgegeven.
  • De rechtbank weigerde uiteindelijk ongeveer 11 miljoen euro van deze schulden wegens gebrek aan schriftelijk bewijs.

Herroeping schenking onmogelijk bij gebrek aan bewijs

Een belangrijk deel van de geweigerde schulden vloeide voort uit de herroeping van een vermeende schenking die de langstlevende echtgenote in 2005 aan haar man zou hebben gedaan, voor een bedrag van ongeveer 10,3 miljoen euro. 

Schenkingen tussen echtgenoten die niet in het huwelijkscontract zijn opgenomen, zijn ad nutum (vrij en op elk moment) herroepbaar, en dit zelfs zonder motivering en ook na het overlijden van de begiftigde echtgenoot. Indien de herroeping plaatsvindt na het overlijden van de echtgenoot, ontstaat er een schuld in de nalatenschap van de overleden echtgenoot. De geschonken goederen moeten immers teruggegeven worden en behoren bijgevolg niet tot de nalatenschap van de echtgenoot.

Volgens de erfgenamen ging het om een onrechtstreekse schenking die voortkwam uit de verkoop van aandelen van een vennootschap, waarvan de echtgenote alleen eigenaar was. De opbrengst van deze verkoop werd op de rekening van haar overleden echtgenoot gestort. De langstlevende beschouwde dit als een (on)rechtstreekse schenking. Volgens haar werd dit bevestigd door het feit dat ze deze aanzienlijke som jarenlang niet had teruggevraagd. 

De rechtbank ging evenwel niet mee in deze redenering. De formele wil om te schenken, de zogenaamde animus donandi, wordt immers niet vermoed en moet door de belastingplichtige worden bewezen. Belastingplichtigen dienen aldus aannemelijk te maken dat een intentie van vrijgevigheid aanwezig was. Dat bewijs werd in dit geval niet geleverd. Volgens de rechtbank kon aan de beweerdelijke schenking dus worden getwijfeld, en als gevolg daarvan kon ze ook niet worden herroepen.

Geen bewijs voor schulden bij derden

En ook een ander deel van de schulden opgenomen in de nalatenschapsaangifte goed voor ongeveer 830.000 euro werd op vraag van VLABEL verworpen, opnieuw wegens het ontbreken van een degelijke schriftelijke overeenkomst.

Zo oordeelde de rechtbank dat een verklaring in het overschrijvingsbewijs  “leningsovereenkomst”, en een eenzijdige verklaring van de schuldeisers bevestigende dat er interesten verschuldigd zijn ingevolge de niet-betaling van de lening, onvoldoende zijn om het karakter van schuld te bewijzen. 

De rechtbank herinnerde eraan dat een geldige schuld pas kan worden aangetoond wanneer uit een schriftelijk document blijkt dat:

  • de gelden effectief aan de erflater zijn overgemaakt;
  • dit gebeurde onder de verplichting tot terugbetaling;
  • de erflater zich ook daadwerkelijk tot terugbetaling heeft verbonden.

Alleen wanneer aan deze voorwaarden is voldaan, kan het bestaan van de schuld worden aanvaard.

Het belang van schriftelijk bewijs opnieuw bevestigd

Hoewel dit vonnis op zich niet baanbrekend is, maakt het op een pijnlijke manier duidelijk hoe essentieel een juridisch goede schriftelijke (bewijs)overeenkomst is. De erfgenamen in deze zaak stonden machteloos tegenover de fiscale realiteit, omdat de betrokken rechtshandelingen onvoldoende formeel waren vastgelegd. De vermeende schenking en de opgenomen schulden – hoewel ze in werkelijkheid zouden bestaan – konden fiscaal niet worden aanvaard bij gebrek aan bewijs, met extra erfbelasting tot gevolg.

Maar te vaak over het hoofd gezien in familiale context

Binnen de context van een familiale vermogens- en successieplanning wordt het belang van de nodige juridische documenten vaak onderschat. Men beschouwt het doorgaans als te complex, niet echt nodig, of men vertrouwt blindweg op mondeling gemaakte afspraken. Daarbij verliest men de fiscale gevolgen of mogelijke geschillen tussen erfgenamen al te snel uit het oog.

Dergelijke situaties komen bovendien vaker voor dan men denkt – zoals voorliggende zaak reeds doet blijken. Bijvoorbeeld ouders die hun kinderen financieel wensen te ondersteunen bij de aankoop van een starterswoning. Is het de bedoeling dat hun kind de gelden geschonken krijgt? Of werden de gelden beschikbaar gesteld aan het kind als een renteloze lening? Moet de lening na verloop van tijd nog terugbetaald worden? Beide opties zijn uiteraard mogelijk, maar hebben wel een andere finaliteit en vereisen een andere schriftelijke overeenkomst. 

Ook binnen nieuw samengestelde gezinnen kunnen informele afspraken leiden tot complexe discussies bij een relatiebreuk of het overlijden van één van de partners. Denk aan een situatie waarin een partner investeert in de woning van de andere partner. Zonder duidelijke schriftelijke overeenkomst rijst bij een eventuele relatiebreuk of overlijden van de partner de vraag of deze ondersteuning als een schenking, een lening of een vorm van onderhoudsplicht moet worden beschouwd. Opnieuw voer voor discussie indien partijen hierover niets op papier hebben gezet.

Conclusie

In de context van vermogens- en successieplanning, waarbij rechtshandelingen vaak plaatsvinden binnen familiale verhoudingen binnen een informeel kader, is de opmaak van dergelijke overeenkomst niet vanzelfsprekend.

Het hier besproken vonnis bevestigt desalniettemin op ondubbelzinnige wijze het belang van een correct schriftelijk bewijs. 

Een nauwgezette opvolging en regelmatige update van uw vermogensplanning, waarbij voldoende aandacht wordt besteed voor de opmaak van de nodige juridische documenten, is daarom sterk aanbevolen.

De experten van Moore Law staan u hierin graag bij.

#Nalatenschap #Tax & Legal #Erfbelasting

Neem contact op met één van onze advocaten