Overslaan en naar de inhoud gaan
#Tax Law

Verdere uitbreiding preventieve witwaswetgeving

donderdag 16/07/2020

Wetsontwerp nr. 55-1324/005 implementeert de Vijfde Europese Antiwitwasrichtlijn. Lees meer over de wijzigingen en de verplichtingen van de Witwaswet. 

Het ontwerp onderwerpt (o.a.) een aantal bijkomende entiteiten aan de verplichtingen van de Witwaswet. In België is die onderwerping meestal gelinkt aan het uitoefenen van een specifiek beroep waarvoor men erkend of geregistreerd moet zijn. Vandaar dat ook in een aantal nieuwe registratieverplichtingen wordt voorzien.

Virtuele valuta

Vooreerst worden de op het Belgisch grondgebied gevestigde aanbieders van diensten voor het wisselen tussen virtuele valuta en fiduciaire valuta (cf. wettige betaalmiddelen) alsook aanbieders van ‘bewaarportemonnees’ geviseerd. Het toezicht op, en de registratie van dergelijke aanbieders zal gebeuren door de FSMA.

Het wetsontwerp omschrijft “virtuele valuta” als elke “digitale weergave van waarde die niet door een centrale bank of een overheid wordt uitgegeven of gegarandeerd, die niet noodzakelijk aan een wettelijk vastgestelde valuta is gekoppeld en die niet de juridische status van valuta of geld heeft, maar die door natuurlijke of rechtspersonen als ruilmiddel wordt aanvaard en die elektronisch kan worden overgedragen, opgeslagen en verhandeld” (nieuw art. 5, § 1, 14°/1 Witwaswet). En een aanbieder van een “bewaarportemonnee” wordt omschreven als een “entiteit die diensten aanbiedt om namens haar cliënten cryptografische privésleutels te beveiligen om virtuele valuta aan te houden, op te slaan of over te dragen” (nieuw art. 5, § 1, 14°/2 Witwaswet).

Handelaars in kunst of roerende goederen van meer dan 50 jaar oud

Ook handelaars in kunst of roerende goederen van meer dan vijftig jaar oud worden aan de Witwaswet onderworpen; althans wanneer de waarde van de verrichtingen of een reeks van verrichtingen 10.000 EUR of meer bedraagt (nieuw art. 5, § 1, 31/1° Witwaswet).

De Koning wordt gemachtigd om te voorzien in de verplichte registratie bij de FOD Economie van de betreffende personen en entiteiten (waaronder ook kunstgalerieën, veilinghuizen en organisatoren van beurzen en salons).

Vastgoedmakelaars

Vastgoedmakelaars moeten volgens de Richtlijn ook onderworpen worden wanneer zij optreden als tussenpersoon bij de verhuur van onroerend goed met een maandelijkse huurprijs van 10.000 EUR of meer. In België zijn de vastgoedmakelaars reeds onderworpen voor het geheel van hun activiteiten (o.a. bemiddeling bij verhuur en rentmeester). Vandaar dat de voormelde drempel niet in de Belgische Witwaswet opgenomen wordt.

Niet-gereglementeerde fiscale adviseurs

In België zijn de externe accountants, belastingconsulenten, boekhouders en fiscalisten reeds onderworpen aan de bestaande Witwaswet. Van het ontwerp wordt om te beginnen gebruikgemaakt om die wetgeving aan te passen aan de nieuwe benamingen die voortvloeien uit de oprichting van het ‘Institute for Tax Advisors and Accountants’ (‘ITAA’). Van de gelegenheid wordt ook gebruikgemaakt om personen te onderwerpen die geen dergelijke erkende titel voeren maar wel, als voornaamste bedrijfs- of beroepsactiviteit, rechtstreeks of via andere met hen gelieerde personen materiële hulp, bijstand of advies op belastinggebied verlenen (nieuw art. 5, § 1, 25°/1 Witwaswet).

In het zog hiervan wordt ook in een registratie van deze personen voorzien bij het ITAA; en in het verbod om, als zelfstandige, in hoofd- of bijberoep, voor rekening van derden de specifieke fiscale werkzaamheden te verrichten (fiscaal advies, bijstand van belastingplichtigen in fiscale aangelegenheden en vertegenwoordiging bij de belastingdiensten) zonder geregistreerd te zijn bij het ITAA; het verbod geldt niet enkel voor wie op die manier werkzaam is als natuurlijk persoon, maar ook ten aanzien van rechtspersonen (cf. nieuw art. 6, § 2 Wet van 17 maart 2019 betreffende de beroepen van accountant en belastingadviseur). Het voormelde beroepsverbod (en de registratie) geldt niet voor wie “op grond van wettelijke of reglementaire bepalingen of op grond van beroepsgebruiken gewoonlijk” de voormelde fiscale werkzaamheden uitoefent en in die hoedanigheid al onder de Witwaswet valt (nieuw art. 6, § 2, lid 2 Wet 17 maart 2019).

Profvoetbalclubs en sportmakelaars in de voetbalsector: eerst niet en dan weer wel

Tijdens de eerste bepsreking in de Commissie Financiën was er reeds een amendement nr. 8 ingediend dat voorzag dat ook zouden onderworpen worden de “professionele voetbalclub” en de “sportmakelaar”.

“Professionele voetbalclub” werd omschreven als een voetbalclub of een sportclub met voetbalafdeling die lid is van Pro League VZW. Hier beoogde men duidelijk een beperking tot het profvoetbal.

Een “Sportmakelaar” daarentegen werd gedefinieerd als elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die private arbeidsbemiddeling verricht voor potentiële betaalde sportbeoefenaars of voor rekening van werkgevers met het oog op het afsluiten van een arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars en wiens activiteit geregeld is door het Decreet van de Vlaamse overheid van 10 december 2010 betreffende de private arbeidsbemiddeling, de Ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 14 juli 2011 betreffende het gemengd beheer van de arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of het Decreet van de Waalse overheid van 3 april 2009 betreffende de registratie en de erkenning van de arbeidsbemiddelingsbureau. Bij een sportmakelaar was er dus geen beperking tot profvoetbal.

Het gevolg van de voormelde uitbreiding van het toepassingsgebied van de preventieve witwaswet is dat
professionele voetbalclubs net zoals financiële instellingen, diamantairs, vastgoedmakelaars, fiscale adviseurs etc. de personen waarmee ze zakenrelaties aangaan dienen te identificeren en ten aanzien van de zakelijke relatie een doorlopende waakzaamheid aan de dag moeten leggen. Bovendien moeten zij aan de Cel voor financiële informatieverwerking (CFI) melden wanneer ze weten, vermoeden of redelijke gronden hebben om te vermoeden dat geldmiddelen en verrichtingen (of pogingen tot verrichtingen) verband houden met het witwassen van geld of de financiering van terrorisme.

Clubs of makelaars die in gebreke blijven, riskeren hun vergunning te verliezen, een beroepsverbod opgelegd te krijgen alsook boetes en strafrechtelijke vervolging.

Tijdens de bespreking in de Commissie Financiën werd dit amendement evenwel terug ingetrokken. Er werden immers belangrijke bedenkingen geuit. Waarom richten de amendementen zich enkel op het voetbal?. Er zijn wellicht nog andere sporten waar we ons gelijkaardige vragen over kunnen stellen. Bovendien was de controle-entiteit, de FOD Economie, niet geconsulteerd. De definitie van de meldingsplichtigen verwijst naar de leden van de vzw Pro League. Iemand kan ervoor opteren geen lid van Pro League te zijn, zodat de definitie onvoldoende is afgelijnd. De antiwitwaswetgeving is territoriaal zodat men een en ander zou kunnen ontwijken. Ook de definitie van wie een klant is, is nogal problematisch. Is dit de speler, zijn dit de sponsors of het bestuur? De minister vreesde dat de wijze waarop de tekst thans is geformuleerd, weliswaar goede intenties heeft, maar de toets van de rechtsgeldigheid bij de CFI niet zou doorstaan. In deze optiek was het misschien eerder aangewezen de problematiek in een algemene context te benaderen en niet enkel voetbal te regelen. In het geval van een tweede lezing zou een en ander fors moeten worden bijgestuurd om te komen tot een werkbare regeling, aldus de vice-eersteminister. Om deze reden werd het amendement ingetrokken.

Maar uitstel is geen afstel. Deze amendenten werden aangepast (amendementen 10 tot 15) en werden in tweede lezing alsnoig goedgekeurd op 7 juli 2020 door de Commissie Financiën. Er werden wel een aantal wijzigingen doorgevoerd.

De professionele voetbalclubs worden beperkt tot de “professionele topvoetbalclub”. Dit is elke in België gevestigde onderneming die een professionele voetbalclub bezit of beheert waarvan ten minste één ploeg in het (de) kampioenschap(pen) van het hoogste niveau van de competitie in België speelt. De Koning moet voorzien in hun registratie door de FOD Economie volgens de nadere regels, criteria en voorwaarden die Hij bepaalt. Tijdens de bespreking in de commissie werd verduidelijkt dat het hier gaat om de 24 clubs afkomstig uit de voetbalreeksen 1A en 1B.

Voor de sportmakelaars wordt het toepassingsgebied beperkt tot de “sportmakelaar in de voetbalsector”. Dus enkel de makelaars actief in de voetbalsector zullen nog onderworpen worden. Er wordt wel geen definitie gegeven van de voetbalsector en hieruit zal dus moeten blijken dat het ook niet beperkt is tot het “topvoetbal” zoals dit wel geldt voor de professionele voetbalclubs zelf. Het blijkt zelfs niet beperkt tot het profvoetbal, van zodra er sprake is van het sluiten van een arbeidsovereenkomst voor betaalde sporters zal de wet van toepassing zijn.

Ten slotte wordt de wet ook nog van toepassing verklaard op de “VZW Koninklijke Belgische Voetbalbond”. Al de verplichtingen zouden voor haar gelden in het kader van hun gereglementeerde beroepsactiviteiten. In de wet zelf wordt evenwel nadien op geen enkele wijze meer verwezen naar de Voetbalbond, zodat de juiste draagwijdte hiervan zal moeten blijken uit het reglement dat zal vastgelegd worden door de FOD Economie.

Merk op dat er naast de wettelijke aanpassingen er in de commissie ook melding wordt gemaakt van een aantal andere initiatieven. Er zal een clearing house worden opgezet door de Koninklijke Belgische Voetbalbond (KBVB). Via dat clearing house zal er een overzicht zijn van alle voetbaltransfers en de transacties die daarbij gepaard gaan.De FOD Economie zal een reglement aannemen dat het begrip “cliënt” specificeert en transacties met een laag en/of hoog risico identificeert. In het bijzonder zullen spelerstransfers en grote sponsoroperaties aan deze verordening worden onderworpen. Ticketing,
cateringactiviteiten,… vormen een laag risico op het witwassen van geld en zijn niet a priori het doelwit van de in te stellen waakzaamheidsmaatregelen.

Voor de profcubs en de KBVB zou de regeling in werking treden op 1 juli 2021. De Koning krijgt niettemin de bevoegdheid om de inwerkingtreding met 6 maanden uit te stellen indien een Europese rechtshandeling een aanpassing zou vereisten.

Voor de sportmakelaars in de voetbalsector is nog overleg nodig met de regionale overheden. Arbeidsbemiddelling is immers een regionale materie. Voor deze groep zal de wet pas in werking treden op een door de Koning bepaalde datum en dit nadat er een samenwerkingsakkoord werd afgesloten met de gewesten.

Uiteraard moet dit ook nog worden goedgekeurd door de plenaire zitting.