Overslaan en naar de inhoud gaan
#Estate planning

Nieuwe effectentaks ongrondwettig?
Verzoek tot vernietiging ingediend

dinsdag 17/08/2021
People discussing a business idea

Op 17 augustus 2021 raakte bekend dat de beroepsvereniging van verzekeraars een verzoek heeft ingediend bij het Grondwettelijk Hof tot (gedeeltelijke) vernietiging van de huidige taks op de effectenrekeningen (ook wel de effectentaks 2.0 genaamd). De taks zou immers tot een grote rechtsonzekerheid leiden en bovendien discriminatoir zijn wat betreft de toepassing ervan.

Eerder schreven wij al over de effectentaks 2.0 en de mogelijke gevolgen die deze met zich meebracht. We wierpen toen ook al de onduidelijkheden en verschillende mogelijke interpretaties van deze wet op, alsook het verschil aan (discriminatoire) behandelingen die deze mogelijks tot gevolg zou kunnen hebben.

Ter herinnering, de effectentaks 2.0 is van toepassing op alle effectenrekeningen aangehouden door Belgen en op alle Belgische effectenrekening aangehouden door niet-rijksinwoners waarvan de gemiddelde gewogen waarde meer dan 1 miljoen euro bedraagt. Wie de effectenrekening aanhoudt is onder de nieuwe wetgeving niet langer relevant. Ongeacht of de effectenrekening aangehouden wordt door een natuurlijke persoon, een maatschap, vennootschap of private stichting: zij zal onderworpen zijn aan de jaarlijkse heffing van 0,15%. De nieuwe effectentaks 2.0 vervangt zoals bekend de “effectentaks 1.0”, die op 17 oktober 2019 werd vernietigd door het Grondwettelijk Hof.

Maar net zoals de effectentaks 1.0 is grondwettigheid van de effectentaks 2.0 voor discussie vatbaar. Dat blijkt ook uit de middelen van het ingediende verzoek tot vernietiging. Zo hekelt het annulatieverzoek in eerste instantie aan de onduidelijkheden van de nieuwe tekst, bijvoorbeeld wat betreft de draagwijdte ervan. Dat geldt bijvoorbeeld voor de tak-21 verzekeringen. Hoewel de minister al heeft verklaard dat de taks in principe niet van toepassing is op tak-21 verzekeringen, blijkt dit op heden onvoldoende uit de wet.

Daarnaast is ook de toepassing van de effectentaks op de (Belgische) tak-23 verzekeringen voor discussie vatbaar. Op basis van de memorie van toelichting, is een Belgisch tak23-product onderworpen aan de taks, en dit in tegenstelling tot een bijvoorbeeld Luxemburgs tak23-product (dat in principe wordt beheerd door een buitenlands verzekeraar en tussenpersoon). Uit de letterlijke lezing van de wettekst volgt immers dat indien de buitenlandse verzekeraar (niet-inwoner) zijn onderliggende effectenrekeningen aanhoudt bij een buitenlandse tussenpersoon, de taks niet is verschuldigd.

Daarbij komt dat voor tak-23 producten ook de kleine beleggers (onder de 1 miljoen euro) het risico lopen om onrechtstreeks de effectentaks te moeten betalen. Bij een tak-23 product worden de gestorte premies van talloze investeerders immers geïnvesteerd in de onderliggende activa van de verzekeraar, dewelke zijn ingeschreven op een effectenrekening en welke worden aangeboden als tak-23 product. Welnu, op basis van de huidige onduidelijke wettekst zal de verzekeraar worden belast met de effectentaks op deze rekening. Verwacht wordt dat als gevolg hiervan de verschuldigde effectentaks door de verzekeraar pro rata wordt doorgerekend naar de onderschrijver van het contract, zelfs indien de gestorte premies veel lager zijn dan 1 miljoen euro. Wij merken op dat dit o.i. evenwel geenszins de bedoeling was van de wetgever.

Tot slot zijn er o.i. nog andere ongerijmdheden van de effectentaks 2.0 die problematisch zijn. Zo worden bijvoorbeeld liquide middelen van meer dan 1 miljoen euro op een spaarrekening niet geviseerd. Schrijft u deze liquide middelen over naar een effectenrekening, dan komen deze gelden wel in aanmerking van de effectentaks. Heeft u op uw effectenrekening 800.000 euro aan aandelen en 250.000 euro aan cash, dan komt uw effectenrekening in het vizier van de effectentaks. Het is slechts één van de verschillende situaties waar er mogelijks een grondwettelijk probleem kan rijzen.

Het ingediende verzoek tot vernietiging toont aan dat de effectentaks 2.0 niet geheel lijkt te remediëren aan de ongrondwettigheden van de effectentaks 1.0. Het is inderdaad nog maar de vraag of de hoger aangenomen situaties de grondwettigheidstoets zullen doorstaan. Daarbij is het trouwens niet uitgesloten dat er ook nog andere nietigheidsverzoeken worden ingediend voor het Grondwettelijk Hof. Uiteraard volgen wij dit nauwgezet op.

Neem contact op met één van onze advocaten

Robby Ackermans

Robby Ackermans

Partner - Advocaat

Contact