Overslaan en naar de inhoud gaan
#Tax Law

Fiscus stelt in Corona-tijd vragen over buitenlandse gegevens

woensdag 10/06/2020

Veel belastingplichtigen kregen de laatste weken een vrij omvangrijk en minder aangenaam schrijven van de belastingadministratie in de bus, een zogenaamde vraag om inlichtingen. Wat te doen na dit schrijven?

Na een opsomming van een aantal wetsartikelen kan de belastingplichtige lezen “Uit informatie die de Belgische administratie op … 2018 ontving uit . in het kader van de internationale samenwerking op het vlak van de uitwisseling van inlichtingen van financiële aard, blijkt dat in 2017 u (mede)houder, titularis, uiteindelijke begunstigde van één (of meer) financiële rekening(en) bent geweest.

De administratie zal meestal ook expliciet verwijzen naar het rekeningnummer en de financiële instelling waar deze rekening wordt aangehouden. Weet bovendien dat u de informatie die de Belgische fiscus ontving ook kan raadplegen in uw eigen fiscaal dossier op www.myminfin.be. Hier zal u merken dat niet alleen de houder van de rekening, het rekeningnummer, de financiële instelling, mogelijks ook de inkomsten, maar ook het saldo van de rekening wordt doorgemeld op basis van de Europese richtlijnen die terzake gelden.

Dat deze informatie op geldige wijze werd bekomen door de administratie kan moeilijk betwist worden. Door vele wijzigingen in de gegevensuitwisseling tussen diverse landen, behoort het buitenlands bankgeheim immers tot het verleden.

Zijn deze gegevens wel altijd even betrouwbaar ?

Het loont zeker de moeite om de gegevens die werden doorgemeld aandachtig te bekijken. Deze gegevens (zeker ook als er ook inkomsten die zouden verkregen zijn worden vermeld) zijn immers niet altijd noodzakelijk ook zomaar gelijk te stellen met belastbare inkomsten in België. Het is bovendien niet uitgesloten dat de belastingplichtige ook zelf al melding had gemaakt van de inkomsten en het bestaan van de rekening in zijn aangifte in de personenbelasting en het bestaan ook gemeld had aan het CAP.

Nu dit wordt impliciet ook erkend door de fiscus, vermits zij op basis van deze gegevens net een bijkomend onderzoek opstart via voormelde vraag om inlichtingen.

Van zodra de fiscus op de hoogte is van de rekening, kan de fiscus dus haar onderzoek starten.

Mag de fiscus nu nog vragen stellen over inkomsten 2012 ?

De vraag om inlichtingen die in 2020 worden verstuurd viseren bijna steeds de aanslagjaren 2013 tot 2019 of dus de inkomsten 2012 tot 2018.

Daar waar de normale onderzoekstermijn drie jaar bedraagt te rekenen vanaf 1 januari van het aanslagjaar (dus in principe zou de vraag niet verder kunnen reiken dan aanslagjaar 2018), heeft de fiscus hier echter een bijkomende onderzoekstermijn gekregen van de wetgever.

Er dient wel te worden benadrukt dat dit niet de verlenging van de onderzoekstermijn is wegens fraude (vier bijkomende aanslagjaren). U wordt dus niet onmiddellijk verdacht van fraude.

Voor het nazien van gegevens van het buitenland heeft de administratie immers de mogelijkheid gekregen om de vijf aanslagjaren voorafgaand aan het jaar waarin de gegevens werden ontvangen te onderzoeken. Gegevens ontvangen in 2018 geven dus de mogelijkheid om de aanslagjaren 2013 tot 2017 te onderzoeken (inkomsten 2012-2016). De jaren nadien (aanslagjaren 2018-2019) worden dan beoogd door de voormelde gewone onderzoekstermijn van 3 jaar.

De voormelde specifieke onderzoeksdaden  voor wat betreft buitenlandse gegevens kunnen uitgevoerd worden gedurende (evenals de effectieve taxatie van dergelijke inkomsten) dient te gebeuren binnen de 24 maanden na ontvangst van de gegevens. Stel dat informatie werd verkregen op 15 september 2018, betekent dit dus dat de fiscus haar onderzoek en de gehele taxatieprocedure dient te beëindigen vóór 14 september 2020 (tenminste wat betreft aanslagjaren 2013-2017).

Na de vraag om inlichtingen zal er dus mogelijks nog een bericht van wijziging of een kennisgeving van aanslag moeten gestuurd worden (die beide voorzien in een antwoordtermijn van één maand), wat doet vermoeden dat er weinig tijd zal zijn voor de fiscus om de antwoorden van de belastingplichtige met de nodige aandacht te bekijken.

Omvang van de vraag om inlichtingen

Alhoewel de administratie aanvankelijk wel steeds informatie vraagt over de gegevens van de financiële rekeningen bij de financiële instelling die vermeld wordt, worden de vragen al vrij snel veel ruimer van omvang.

Naast het bestaan zelf van de rekening vraagt men ook details over het bestaan van de rekening en de transactie die hierop gebeurd zijn. Het voorleggen van de rekeninguittreksels wordt gesuggereerd. Weet dat de fiscus inderdaad de voorlegging kan eisen van alle bescheiden met betrekking tot buitenlandse rekeningen (ook privérekeningen).

Maar naast deze buitenlandse rekeningen, verzoekt de administratie ook informatie over buitenlandse levensverzekeringen en buitenlands onroerend goed. Strikt genomen zou men zich de vraag kunnen stellen of de gegevens uit het buitenland over financiële rekeningen wel voldoende grond zijn om ook vragen te stellen over andere buitenlandse vermogensbestanddelen.

Het is evenwel zeker niet de bedoeling dat de fiscus heel uw fiscale toestand zou onderzoeken. Indien zij dit wenst te doen, zal zij u vooraf een uitbreiding van onderzoekstermijn moeten melden met vermelding van de aanwijzingen van belastingontduiking. Maar dat is een ander verhaal.

Is oorsprong vermogen ook in het vizier?

Indien uw vermogen dateert van vóór 1 januari 2012, kan de fiscus u verder geen vragen stellen over de oorsprong van dit vermogen. Dit onderzoek is immers niet meer mogelijk.

Dit wil uiteraard niet zeggen dat u deze oorsprong niet zou moeten nazien. De fiscus zou immers kunnen verwijzen naar mogelijk strafrechtelijke implicaties, waar de termijnen soms ruimer kunnen zijn. In dit kader kan een eventuele fiscale regularisatie een optie zijn.

Reden te meer om doordacht op de vraag om inlichtingen te reageren en zich voor te bereiden om de volgende stappen in  de procedure.