Overslaan en naar de inhoud gaan
#Tax Law

Gunstregime voor familiale ondernemingen: tegenbewijs mag

donderdag 17/10/2019

Door de Wet van 7 februari 2018 houdende invoering van een taks op de effectenrekeningen had de wetgever een nieuwe belasting ingevoerd, de zgn. “effectentaks”.

Deze belasting is verschuldigd is door zij die titularis zijn van één of meer effectenrekeningen in België of in het buitenland. De taks wordt in beginsel jaarlijks geheven en dit op basis van het aandeel van de betrokkene in de gemiddelde waarde van de financiële instrumenten op die rekeningen, voor zover dat aandeel minstens 500.000 euro bedraagt.

Meerder partijen hadden de vernietiging gevraagd van deze effectentaks voor het Grondwettelijk.

In haar arrest nr. 138/2019 gaat het Grondwettelijk over tot vernietiging van de taks. Het Hof is van oordeel dat de wet van 7 februari 2018 op meerdere punten dat grondwettelijk beginsel schendt. De vastgestelde ongrondwettigheden hebben betrekking op de “kern” van de taks (meer bepaald de belastbare materie en de belastbare grondslag), waardoor het Hof besluit dat de wet van 7 februari 2018 volledig dient te worden vernietigd.

Het Hof vindt dan er een onterecht onderscheid wordt gemaakt bij de instrumenten die geviseerd worden. De taks is uitsluitend verschuldigd wanneer een de belastingplichtige bepaalde financiële instrumenten op een effectenrekening heeft (aandelen, obligaties, rechten van deelneming in gemeenschappelijke beleggingsfondsen, aandelen in beleggingsvennootschappen, kasbons en warrants). Wanneer zich andere financiële instrumenten, zoals afgeleide financiële instrumenten (opties, futures, swaps, …) en vastgoedcertificaten, op een effectenrekening bevinden, dient de taks niet te worden betaald. Het is onredelijk dat enkel bepaalde financiële instrumenten worden geviseerd.

Het Hof ziet ook geen verantwoording waarom alleen effecten ingeschreven op een effectenrekening worden geviseerd en niet aandelen op naam.

Ten slotte is het feit dat wanneer de effectenrekening op naam van meerdere titularissen staat, men kan ontsnappen aan taks ook niet aanvaardbaar. Vermits er wordt gewerkt met gemiddelden voor alle titularissen zouden er belastingplichtigen ten onrechte kunnen ontsnappen aan de taks.

Deze vernietiging heeft wel enkel gevolgen voor de toekomst. De gevolgen van de wet blijven immers gehandhaafd voor de taks die verschuldigd is voor de referentieperiodes die eindigen vóór of op 30 september 2019. De voor die periodes verschuldigde taks kan dus niet teruggevorderd worden van de Staat.